IAS webinar 23 juni 2021. Bemiddeling asbestslachtoffers onder de loep: “verzamelen van bewijs wordt lastiger”

Hoe kan de kans op een succesvolle bemiddeling voor asbestslachtoffers worden vergroot? Die vraag stond centraal tijdens het IAS-webinar ‘Bemiddeling schadevergoeding asbestslachtoffers’ op woensdag 23 juni vanuit De Balie in Amsterdam. Tijdens het webinar schoven diverse experts aan en werden afgeronde zaken behandeld. Kijkers konden vragen stellen en hun mening geven. De belangrijkste conclusie: met het verstrijken van de tijd zal de zoektocht naar het bewijs van de blootstelling steeds lastiger worden.

Dit bewijs is essentieel voor slachtoffers die in aanmerking willen komen voor een schadevergoeding. Het IAS treedt op als neutrale bemiddelaar, verzamelt de benodigde gegevens en gaat in gesprek met de oud-werkgever, indien mogelijk ook diens verzekeraar. Dit traject werd onlangs met goed gevolg afgerond voor Jaap Kerpel en Frans Patings. Kerpel werkte in de scheepsrenovatie en werd jarenlang blootgesteld aan asbest. Patings kwam met asbest in aanraking tijdens zijn werk als technicus voor een elektriciteitscentrale. Omdat beiden het werk lange tijd bij dezelfde werkgever hebben gedaan, was de bemiddeling niet moeilijk. Beiden ontvingen dus ook snel een schadevergoeding.

Verschuiving in beroepen
Het is de verwachting dat deze min of meer evidente gevallen in de toekomst schaarser zullen worden. Zo zal het vaker ontbreken aan getuigen. Oud-collega’s kunnen overleden zijn. Het bedrijf waar ooit is gewerkt, kan zijn opgeheven. Bovendien is bij nieuwe diagnoses vaker sprake van een gefragmenteerd arbeidsverleden. “In 2000 hadden mensen met asbestkanker allemaal in de asbestwolken gestaan, zoals in de scheepsbouw en de sloop”, zegt longarts Sjaak Burgers van het Antoni van Leeuwenhoek. “Nu zien we veel diagnoses bij mensen die relatief lange tijd hebben gewerkt bij een veel lagere blootstelling, zoals schilders en bouwvakkers. Je ziet dat de mate van blootstelling het tijdsbestek tot het krijgen van de ziekte beïnvloedt.”

Van bijvoorbeeld werknemers in de bouw is bekend dat zij in het verleden gemiddeld vaak van werkgever zijn gewisseld. Dat maakt het bepalen van de meest logische of gerede werkgever ingewikkeld, maar ook discutabel. “De discussie over het meest gerede werkgeverschap gaat in de bemiddeling soms een heel eigen leven leiden”, zegt IAS-directeur Jan Warning. “Dat kan het proces vertragen en zelfs leiden tot géén schadevergoeding. Dan is de werkgever niet overtuigd dat het slachtoffer bij hem is blootgesteld en niet bij een andere.”

Volgens Siewert Lindenbergh, hoogleraar Privaatrecht aan de Erasmus Universiteit, is dat inherent aan het ontbreken van een rechterlijke macht. Bij de bemiddeling hangt veel af van een zekere mate van redelijkheid en overtuiging. “Dat is ook meteen het kwetsbare van bemiddelen. Je kunt er soepel doorheen gaan, maar ook stevig. Als er een werkgever bekend is waarbij de blootstelling evidenter is maar helemaal niet aan tafel zit, kan ik mij voorstellen dat zoiets opspeelt.”

Met name in het geval van een reeks korte dienstverbanden is het belangrijk om het arbeidsverleden en de mate en de frequentie van de blootstelling gedetailleerd in kaart te brengen. “Heel belangrijk om goed door te vragen. De crux is uiteindelijk of een werknemer daadwerkelijk bij de aangesproken werkgever aan asbest is blootgesteld”, zegt Remco Zuidervliet van Allianz. “De informatie geeft ons aanknopingspunten om het aan de verzekerde voor te leggen.”

Het wordt lastig om regres te halen als in bedrijven incidenteel met asbest is gewerkt, of als iemand veel werkgevers heeft gehad. “Dan is het prettig dat je ook informatie hebt over de mogelijke blootstelling bij die bedrijven. Als onze verzekerde aansprakelijk is, zullen we afwikkelen. Maar het liefst willen we ook een deel van de schade kunnen verhalen op de andere aansprakelijke partijen.”

Verjaring afschaffen?
Met het verstrijken van de tijd neemt ook het aantal slachtoffers toe dat vóór 1991 aan asbest is blootgesteld. Deze zaken kunnen als verjaard worden beschouwd. In de praktijk beroept een minderheid van de werkgevers en verzekeraars zich op deze bepaling. Verjaarde zaken komen wel moeilijker tot een goed resultaat. De kijkers van het webinar mogen bij enkele vooraf geformuleerde verbetersuggesties hun voorkeur aangeven. Zij zetten het schrappen van het beroep op verjaring voor asbestslachtoffers met stip op één.

Volgens Ton Hartlief, advocaat-generaal bij de Hoge Raad, is dit een moeizame weg. “In 2004 is het al eens geprobeerd. De politiek besloot destijds om het zo te laten, omdat verjaring een reëel verweer is. De Hoge Raad heeft er een mouw aan gepast met de Beperkende werking redelijkheid en billijkheid. Met dit instrument zullen we moeten doorgaan.”

Aleid Wolfsen, voorzitter van de Raad van Toezicht en Advies van het IAS, ziet in het verjaringsberoep een onnodige drempel voor de slachtoffers. Zij hebben het toch al zwaar en hebben behoefte aan zekerheid. “De huidige praktijk is juist ónzekerheid. Dertig jaar geldt, tenzij het onredelijk is op basis van de criteria van de Hoge Raad. Wij zeggen: haal die onzekerheid weg. Zo help je slachtoffers bij wie het vast staat dat er een oorzakelijk verband is, maar enkel aanlopen tegen die termijn. Al blijft het ook voor die groep nodig om de bewijzen op tafel te krijgen.”

Hindernissen
De suggestie die door de kijkers op de tweede plek wordt gezet: werkgevers moeten niet verwijzen naar andere werkgevers waar het slachtoffer ook kan zijn blootgesteld. Op de derde plaats: als asbestblootstelling aannemelijk is, moeten werkgevers of verzekeraars niet als extra eis stellen dat getuigen de blootstelling bevestigen. Samen met het verjaringsberoep zijn dat hindernissen die weggenomen kunnen, of misschien wel moeten worden. Zo zal het in de toekomst eenvoudiger worden om tot een goed bemiddelingsresultaat te komen.

In de voorkomende gevallen waarbij een werkgever niet wil bemiddelen, kunnen het slachtoffer of de nabestaanden zelf een zaak beginnen. Dat mag geen lange juridische lijdensweg worden. In dat geval zou de Sociale Verzekeringsbank kunnen gaan procederen, meent Warning. “De juridische weg is voor slachtoffers en de nabestaanden een heel lastig proces. De SVB neemt dat nu soms over, waarbij ze de tegemoetkoming van de overheid terugvordert en in het meerdere de gehele schadevergoeding. Het zou goed zijn als dat vaker gebeurde.”

Tijdens het webinar komen 27 vragen en reacties van kijkers binnen. Daar gaat het IAS mee aan de slag. Voor Warning is het belangrijk om de urgentie van de asbestproblematiek te blijven benadrukken. “We merken dat het besef van asbestrisico’s wat wegzakt, terwijl er elke week nog altijd twee nieuwe aanmeldingen bij ons binnenkomen. Vorig jaar zijn ruim honderd schadevergoedingen uitbetaald, veel meer dan bij andere beroepsziekten. Maar in 2014 waren het er nog 163. We zullen dus nóg meer alles op alles moeten zetten.”