Hoe ver gaat de aansprakelijkheid van werkgevers voor stoffen gerelateerde beroepsziekten?

De werkgever is volgens de wet verplicht te zorgen voor een veilige werkomgeving. Doet hij dit niet en valt hem daarvan een verwijt te maken, dan kan hij aansprakelijk zijn. Bij een beroepsziekte door blootstelling aan gevaarlijke stoffen is dit niet anders. Het is voor de werknemer die is blootgesteld aan gevaarlijke stoffen echter vaak moeilijk te bewijzen dat hij ziek is geworden als gevolg van de werkzaamheden en niet door privéomstandigheden. Aansprakelijkheid voor beroepsziekten door blootstelling aan schadelijke stoffen vormt in dat opzicht een speciaal onderdeel van het aansprakelijkheidsrecht omdat de werknemer aannemelijk moet maken dat de schade het gevolg is van blootstelling op het werk. In de praktijk blijkt het vaak moeilijk achteraf nog de aard, de intensiteit en de duur van de blootstelling op het werk aan te tonen.

Om vast te stellen in hoeverre de werkgever de schade van de werknemer moet vergoeden, moeten de volgende stappen worden doorlopen:

  1. Was ten tijde van de blootstelling aan de gevaarlijke stoffen bekend dat die blootstelling gezondheidsschade kan veroorzaken?
    Als deze vraag ontkennend wordt beantwoord, ligt minder snel in de rede dat de werkgever aansprakelijk is voor de schade. De werkgever kon immers niet weten dat het gebruik van de stoffen gezondheidsrisico’s met zich zou brengen.
  2. Als de schadelijke eigenschappen van de in het werk gebruikte stoffen wel bekend waren, is de volgende vraag of de werkgever voldoende veiligheidsmaatregelen heeft getroffen om het gezondheidsrisico uit te sluiten, of anders zoveel mogelijk te beperken? Werkgevers dienen alle mogelijke maatregelen te treffen om de werkomgeving zo veilig mogelijk te maken, zodat de kans op letselschade zoveel mogelijk wordt beperkt. Werkgevers moeten werknemers bovendien waarschuwen voor de risico’s van – en ze opleiden voor – het werken met gevaarlijke stoffen. Al deze verplichtingen vallen onder de zorgplicht van de werkgever.
  3. Was de duur en intensiteit van blootstelling aan de gevaarlijke stoffen dusdanig dat hierdoor een beroepsziekte kan zijn veroorzaakt? Als de ziekte niet kan zijn veroorzaakt door de (korte) blootstelling aan de gevaarlijke stof, hoeft de werkgever de schade niet te vergoeden.

Een praktijkvoorbeeld
Een werknemer is schilder voor een schildersbedrijf. Door de jaren heen wordt hij tijdens zijn werk langdurig en te hoog blootgesteld aan oplosmiddelen. Hij krijgt hierdoor Organo Psycho Syndroom (OPS), beter bekend als de schildersziekte. Voor aansprakelijkstelling van het schildersbedrijf, moet de schilder de blootstelling kunnen aantonen en aannemelijk kunnen maken dat hij daardoor ziek is geworden. Als vervolgens blijkt dat het schildersbedrijf onvoldoende maatregelen heeft genomen om blootstelling aan oplosmiddelen te voorkomen, kan schending van de zorgplicht worden aangenomen en is het schildersbedrijf aansprakelijk. In dergelijke situaties wordt vaak aan een medisch deskundige (een expertise-arts) gevraagd welke oorzaak voor de gezondheidsschade hij aannemelijk acht. Als de deskundige van oordeel is dat blootstelling aan oplosmiddelen op het werk de aannemelijke oorzaak is voor het ontstaan van de schildersziekte, zal het schildersbedrijf de schade aan de werknemer volledig moeten vergoeden. Dit ligt anders als de deskundige van oordeel is dat onzeker is of de blootstelling aan oplosmiddelen als hoofdoorzaak voor de gezondheidsklachten kan worden aangemerkt, bijvoorbeeld omdat de schilder vooral in de openlucht heeft gewerkt. In dat geval stelt de rechter aan de hand van het deskundigenrapport een kanspercentage vast om de aansprakelijkheid tussen het schildersbedrijf en de schilder te verdelen. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat de schilder 20% van zijn schade zelf moet dragen en (de verzekeraar van) het schildersbedrijf 80%, of bijvoorbeeld een verdeling van 50/50.

Conclusie
Als een (ex)werknemer met een stoffen gerelateerde beroepsziekte kan aantonen dat hij is blootgesteld aan gevaarlijke stoffen en de werkgever niet kan aantonen dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan, zal de werkgever in veel gevallen de volledige schade moeten vergoeden. Er zijn echter ook situaties waarin de werknemer een gedeelte van zijn schade zelf moet dragen. Dit is met name het geval als het aannemelijk is dat de schade het gevolg is van de zorgplichtschending en het even aannemelijk is dat er een andere oorzaak is voor de ziekte. In die situatie bepaalt de rechter op basis van een rapportage van een medisch deskundige hoe de schade moet worden verdeeld tussen de werkgever en de werknemer.

Job Voss, Juridisch beleidsmedewerker IAS
j.voss@ias.nl
Oktober 2023