Historische blootstelling aan asbest van de kraanmachinist

Het beroep kraandrijver of kraanmachinist (niet grondverzet) komt relatief vaak voor in de bestanden van het Instituut Asbestslachtoffers. Het IAS onderzocht of dit inhoudt dat in het verleden alle kraanmachinisten blootgesteld werden aan asbestvezels.

Kraanmachinisten worden in het databestand van het Instituut Asbest Slachtoffers (IAS) aangeduid met de code B9732 ‘kraanmachinist, kraandrijver (geen grondverzet)’. Dit zijn kraanmachinisten van handbediende kranen, zoals de bovenloop- en portaalkraan, maar ook de kraanmachinisten die zich in een cabine bevonden, zoals bij een torenkraan, hijskraan of telescoopkraan.

Uit dit onderzoek is gebleken dat sommige kraanmachinisten werkten in een omgeving waar asbest verwerkt werd of aanwezig was. Deze machinisten zijn mogelijk blootgesteld aan de vezels, maar dat geldt niet voor alle kraanmachinisten.

Waar wel alle kraanmachinisten mee te maken hadden, waren de asbesthoudende remvoeringen die tot 1984 in vrijwel elke kraan aanwezig waren. Tijdens het gebruik, reparatie en onderhoud hiervan kwamen asbestvezels vrij.

Het gebruik leidde tot aantoonbare blootstelling bij:

  • kraanmachinisten van handbediende kranen (zoals bijvoorbeeld de overloop- en portaalkraan).
  • kraanmachinisten die in cabines werkten van kranen waarbij de remvoeringen zich in of direct naast deze cabine bevonden.

Ook bij onderhoud en reparatie van remvoeringen kwamen asbestvezels vrij. Dit onderhoud werd soms uitgevoerd door monteurs of technische dienst, maar soms ook door de kraanmachinisten zelf. Er zijn geen meetgegevens beschikbaar van deze activiteit.

Uit casussen en literatuur blijkt dat mesothelioom voorkomt bij kraanmachinisten. Het is niet duidelijk of deze incidentie samenhangt met de taak als kraanmachinist of met andere factoren, zoals de aanwezigheid van asbest in de omgeving waarin gewerkt wordt.

De conclusie van dit onderzoek is dat kranen voor 1984 voorzien waren van asbesthoudende remvoeringen, maar niet alle kraanmachinisten werden blootgesteld aan de vezels. De volgende groepen kraanmachinisten werden wel blootgesteld aan asbestvezels:

  • Kraanmachinisten die reparaties uitvoerden aan remvoeringen.
  • Kraanmachinisten die werkten in een omgeving waar asbest werd verwerkt.
  • Kraanmachinisten van handbediende kranen (zoals bijvoorbeeld de overloop- en portaalkraan).
  • Kraanmachinisten die werkten in cabines waarbij de remvoeringen zich in of direct naast deze cabine bevonden.

ir. Tamara Onos, arbeidshygiënist, oktober 2021

Lees hier het volledige rapport.
Foto: Links een portaalkraan op de stapelplaats, rechts een havenkraan. Op de voorgrond het Merwedekanaal. (P. Nijhof, 1981/Utrechts Archief)