Historische blootstelling aan asbest bij de brandweer
Bij het Instituut Asbestslachtoffers melden zich regelmatig brandweerlieden met de diagnose mesothelioom. We weten dat veel bouwmaterialen tot 1995 asbesthoudend waren. Kunnen we daarom zonder meer stellen dat brandweerlieden in het verleden blootgesteld werden aan asbestvezels? Vanaf wanneer gebruikte men onafhankelijke adembescherming (flessenlucht)? En bood dat voldoende bescherming? Was brandweerkleding vroeger gemaakt van asbesthoudend textiel?
Het IAS onderzocht deze en andere aspecten die van invloed zijn op de historische asbestblootstelling van brandweerlieden.
Wanneer een gebouw of schip asbesthoudende materialen bevat, kunnen er tijdens een brand respirabele asbestvezels vrijkomen. Deze vezels worden meegevoerd met de warme lucht en raken de grond tegelijkertijd met de rookkolom. De asbestblootstelling door deze zogenaamde primaire emissie blijkt beperkt te zijn. Tijdens en na een brand is er echter ook sprake van secundaire emissie. Door explosie, instorting en preventief slopen ontstaat er asbesthoudend puin. Bij het ‘roeren’ van dit puin (eroverheen lopen, rijden of het verwijderen) komen ook asbestvezels vrij. Deze secundaire emissie levert een grotere bijdrage aan de asbestblootstelling dan de primaire emissie.
Tot halverwege de jaren ‘90 werd onafhankelijke adembescherming (flessenlucht) alleen gebruikt door brandweerlieden die de brand ingingen. De brandweermensen die buiten het gebouw of na het blussen van de brand aan het werk waren, droegen dit meestal niet en waren daardoor niet beschermd tegen asbestblootstelling.
Ook reinigingsprocedures, zoals het schoonspoelen van kleding en materieel, werden pas na 1995 ingevoerd. Hierdoor bleef kleding vervuild met asbestvezels en vormde een bron van blootstelling. Overigens werd die kleding thuis bewaard en gewassen, waardoor ook familieleden konden worden blootgesteld.
De kleding kon vervuild zijn met vezels, maar bevatte de kleding zelf ook asbest? Er waren inderdaad asbesthoudende helmen, handschoenen en jassen in omloop, maar bij de meeste Nederlandse brandweercorpsen was dit niet gangbaar. De luchtmacht vormt hierop een uitzondering.
Er was dus sprake van blootstelling aan asbestdeeltjes, maar leidde dit ook tot ziekte? Komt mesothelioom onder brandweerlieden vaker voor dan bij de algemene bevolking? Uit langdurende, epidemiologische studies uitgevoerd in de Verenigde Staten en Scandinavië, blijkt dit inderdaad het geval te zijn. De werkwijze en mate van bescherming zijn niet in alle landen gelijk. Uit gesprekken met betrokkenen blijkt dat de Nederlandse brandweer het meest lijkt op de brandweer in Scandinavië. De cijfers uit Scandinavië zouden daarom doorgetrokken kunnen worden naar Nederland.
De conclusie van dit onderzoek is daarom dat het waarschijnlijk is dat brandweerlieden tot 1995 blootgesteld werden aan asbestvezels door het uitvoeren van hun beroep. Na die datum nam de blootstelling af door betere procedures en de afname van panden waarin asbest is verwerkt.
ir. Tamara Onos, arbeidshygiënist, mei 2021
Lees hier het volledige rapport
Foto: Brandweerlieden in de woonkamer van een huis in Utrecht (L.H. Hofland, 1967/Utrechts Archief)