Erkenning voor alle Belgische asbestslachtoffers met mesothelioom of asbestose

Editorial door Simone Aarendonk, beleidsmedewerker van het IAS. Zij beschrijft de situatie in België, waar per 1 april 2007 alle asbestslachtoffers met mesothelioom of asbestose in aanmerking kunnen komen voor een vergoeding.

Geraakt door het leed van asbestslachtoffers heeft premier Verhofstadt zich in 2006 hard gemaakt voor een regeling die schadevergoeding biedt aan alle asbestslachtoffers. Op 27 december 2006 nam het Belgische parlement een wet aan die dit mogelijk maakt. Deze regeling wordt uitgevoerd door het Asbestfonds dat organisatorisch onder het Fonds voor Beroepsziekten wordt gehangen. Het fonds treedt per 1 april 2007 in werking en heeft de steun van alle (schade)partijen. Sofie Geeroms, adviseur van de Belgische premier en Christine Bogaerds van de Belgische asbestslachtoffervereniging ABEVA gaven het IAS een toelichting op de nieuwe situatie.

Geschiedenis asbestgebruik in België
Volgens ABEVA dateert het asbestgebruik in België in asbestgaren en -weefsels al uit het begin van de vorige eeuw. Het industriële gebruik van producten op basis van asbest (papier, karton, textiel, dichtingen, koorden, tressen, etc.) voor warmte-isolatie en andere isolatie dateert zelfs van nog vroeger. Voor de oorlog werd asbest in scholen en theaterzalen aangebracht als brandvertragend materiaal, concertzalen als geluiddemper, in zwembaden en douchezalen om vocht op te nemen. De productie van asbestcement dateert uit 1924 toen de Eternit fabriek in Kapelle op den Bos openging. Dit cement werd in de bouw verwerkt, onder andere in golfplaten. In de jaren 70 en 80 werd het land overspoeld door asbestproducten. De asbestproductie is in België tot 1995 doorgegaan. In 1998, vijf jaar later dan in Nederland, werd een totaal verbod op het gebruik van asbest ingevoerd.

De slachtoffers
Belgïe kent momenteel geen landelijke registratie van het aantal gevallen van maligne mesothelioom (longvlies- of buikvlieskanker), een vorm van kanker die door asbestblootstelling wordt veroorzaakt. Wel is bekend hoeveel mensen jaarlijks een uitkering toegekend krijgen wegens mesothelioom als beroepsziekte. Dat waren er 105 in 2005. Het totaal aantal landelijke gevallen wordt door epidemioloog Benoit geschat op 200 per jaar. Hij schat dat dit jaarlijkse aantal tot 2015-2020 toe zal nemen. De beroepsgebonden slachtoffers zijn, net als in Nederland, zowel afkomstig uit de primaire asbestindustrie (productie van asbestmaterialen zoals asbestcement, asbesttextiel, remvoeringen enz.) als uit de secundaire asbestindustrie (o.a. bouw en asbestisolatie). Ook werden veel mensen in de scheepsbouw en op scheepswerven aan asbest blootgesteld. Recent onderzoek van de Vlaamse Kankerregistratie wees uit dat mesothelioom in de omgeving van de Eternit fabriek in Kapelle op den Bos elf keer vaker voorkomt dan gemiddeld in Vlaanderen.

Het Asbestfonds
Tot nu toe kende België alleen een vergoedingsregeling voor asbestslachtoffers die door hun beroep een asbestziekte hadden gekregen. Soms waren lange procedures nodig om de relatie met het beroep aan te kunnen tonen. Het Asbestfonds heft die beperking op. Voortaan komen alle asbestslachtoffers voor een vergoeding in aanmerking, ongeacht waar en hoe ze met de asbest in aanraking kwamen. Wel blijven de medische diagnoses mesothelioom of asbestose vereist. De vergoedingen zijn in overeenstemming met de bedragen die het Fonds voor Beroepsziekten uitkeert aan beroepsgebonden asbestslachtoffers. Slachtoffers met mesothelioom krijgen vanaf 1 april 2007 een maandelijkse uitkering van minimaal 1500 euro per maand. Bij overlijden ontvangt de achterblijvende partner een eenmalig bedrag van 30.000 euro, voor elk kind dat nog onderhouden wordt is 25.000 euro gereserveerd en voor een eventuele ex-partner met recht op alimentatie 15.000 euro. De vergoedingen voor asbestose zijn gerelateerd aan de mate van arbeidsongeschiktheid. Vooralsnog geldt de regeling alleen voor asbestslachtoffers met mesothelioom of asbestose en niet voor bijvoorbeeld longkanker. Dit omdat in de huidige situatie alleen bij deze ziekten sprake is van een onomstreden bewezen relatie met asbestblootstelling. Bij andere ziekten is die causale relatie nog niet duidelijk. Mocht dit veranderen, dan wordt de regeling opengesteld voor de betreffende groep.
Het Asbestfonds wordt door de overheid en alle werkgevers ‘fifty-fifty’ gefinancierd. Komend jaar betekent dat voor elk een bijdrage van 10 miljoen euro, gebaseerd op een schatting van 300 slachtoffers per jaar. Ook zelfstandigen dragen bij. De uitvoering wordt in handen gegeven van het Fonds voor Beroepsziekten, dat nu al verantwoordelijk is voor de vergoedingen aan beroepsgebonden slachtoffers.

Alle betrokkenen zijn volgens Sofie Geeroms, adviseur van de Belgische premier, tevreden met de regeling. De slachtoffers omdat zij met de nieuwe regeling allemaal snel erkenning krijgen in de vorm van een financiële vergoeding, de werkgevers omdat het Asbestfonds hen economische zekerheid biedt. Zij hoeven geen rekening meer te houden met langdurige juridische procedures.

Verschillen met Nederland
De nieuwe Belgische situatie verschilt op een aantal onderdelen met de huidige situatie in Nederland. Hier de belangrijkste verschillen op een rijtje.
– Nabestaanden kunnen bij het IAS in Nederland alleen een aanvraag indienen voor vergoeding van materiële schade, in België zowel voor materiële schade als voor smartegeld.
– Niet beroepsgebonden asbestslachtoffers kunnen in Nederland op dit moment nog geen aanvraag indienen voor een vergoeding. Op korte termijn zal dit echter veranderen. Het Nederlandse kabinet heeft eind 2006 toegestemd in een vergoedingsregeling voor deze slachtoffers.
– Slachtoffers met asbestose en asbestgerelateerde longkanker komen in Nederland nog niet in aanmerking voor een vaste vergoeding via het IAS. Het Belgische Asbestfonds biedt wel een vergoeding aan slachtoffers met asbestose; slachtoffers met asbestgerelateerde longkanker komen in België alleen in aanmerking voor een uitkering wegens beroepsziekte.
– In België kunnen werkgevers juridisch niet meer aansprakelijk gehouden worden voor de asbestblootstelling indien het slachtoffer recht heeft op een vergoeding via het Asbestfonds. In Nederland kan het slachtoffer nog kiezen voor een aanvraag via het IAS of zelf de werkgever via een juridische procedure aansprakelijk stellen.

Simone Aarendonk, april 2007
Beleidsmedewerker Instituut Asbestslachtoffers