Eerst de basis op orde, dan uitbreiding regeling TSB
Op 1 januari 2023 werd de regeling Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten (TSB) opengesteld voor (oud-)werkenden die lijden aan longkanker door asbest, allergisch beroepsastma en de ‘schilderziekte’ CSE. De regeling biedt de slachtoffers een laagdrempelige en snelle route naar erkenning van hun beroepsziekte. De tegemoetkoming wordt jaarlijks geïndexeerd en was in 2024 ruim 24.000 euro.
Op belangrijke punten wordt de doelstelling van de regeling echter nog niet bereikt. Dit blijkt uit een tussentijdse rapportage van het Ministerie van SZW en de betrokken uitvoeringsorganisaties – het ISBG, de SVB en Bureau Lexces. Vanaf de start tot en met oktober 2024 werd ruim zeshonderd keer een aanvraag ingediend. Deels gebeurde dat zonder de juiste diagnose of voor ziekten die niet, of nog niet onder de TSB vallen. 397 aanvragen zijn in behandeling genomen, waarvan er 320 zijn afgerond. 92 aanvragers hebben de tegemoetkoming inmiddels ontvangen.
Daarmee is het aantal aanvragen veel lager en het aantal afwijzingen veel hoger dan bij de invoering van de TSB werd voorzien. ‘Elke aanvrager die de tegemoetkoming ontvangt, wordt erkend voor het leed en de beroepsziekte. Dat is natuurlijk al winst, maar in lijn van de doelstelling willen we de tegemoetkoming graag geven aan zoveel mogelijk mensen die er recht op hebben’, laat een betrokken ambtenaar van SZW weten. De verwachtingen rond de TSB zijn gebaseerd op schattingen uit het buitenland en de incidentie van beroepsziekten binnen bepaalde beroepsgroepen in eigen land. ‘We hadden bijvoorbeeld meer mensen uit de bouw en autospuiterijen verwacht. Dat zien we in de cijfers nog niet terug. We denken daarom dat er nog veel potentiële aanvragers zijn die we nu niet in beeld hebben, al ben ik ook trots op hoe de TSB in relatief korte tijd van de grond is gekomen. Het gaat om een nieuwe regeling en nieuwe organisaties die heel gemotiveerd zijn om goed werk te leveren. Tegelijkertijd is het belangrijk om te blijven werken aan verbeteringen.’
Drie verbetersporen
Kort voor het kerstreces stuurde staatssecretaris Jurgen Nobel (SZW) een tweede ‘voortgangsbrief regeling TSB’ naar de Tweede Kamer. In de brief die in nauwe samenspraak met de eerder genoemde uitvoeringsorganisaties tot stand is gekomen, beschrijft hij de stand van zaken rond de TSB en de verbeteringen die moeten leiden tot een groter aantal kansrijke aanvragen en toekenningen. Eén van de verbetersporen betreft een gerichtere manier van communiceren met zorgprofessionals en hun patiënten om de bekendheid van de regeling te vergroten. Daarnaast kan richtlijnontwikkeling worden gefinancierd en de samenwerking met de arbeidsgerelateerde zorg (de bedrijfsartsen) worden gestimuleerd. Op die manier kan vaker en structureel de relatie tussen het werk en de ziekte worden gelegd, wat zal bijdragen aan een sterkere bewijsvoering van de aanvragers.
Het tweede verbeterspoor betreft het aanpassen van de protocollen, op basis waarvan de deskundigenpanels beoordelen of een aanvrager een beroepsziekte heeft die onder de regeling valt. Hierdoor kunnen aanvragers met beperkte bewijsvoering meer kans maken op een toekenning, al is nog niet zeker hoe de protocollen precies zullen worden aangepast. Verder moet een door een medisch deskundige gestelde diagnose uit het verleden in principe zonder verdere controle worden geaccepteerd. Daarnaast moet bij de berekening van de blootstelling aan asbest meer rekening worden gehouden met individuele verschillen in blootstelling tussen mensen met hetzelfde beroep. Hierdoor zullen waarschijnlijk meer aanvragers aan de minimale blootstellingsnorm voldoen. Ook moeten de deskundigenpanels meer ruimte krijgen om een eigen afweging te maken, ongeacht de volledigheid van de bewijsvoering. ‘Op verschillende manieren zoeken we dus ruimte binnen het aanvaardbare en wat je van een aanvrager zou mogen verwachten’, licht de ambtenaar van SZW toe. ‘Soms is er misschien nét niet hard genoeg medisch bewijs om een beroepsziekte voorshands aannemelijk te kunnen maken. Heeft een deskundigenpanel echter voldoende indicaties, dan heeft het vanuit zijn expert judgement toch de mogelijkheid om tot een positief oordeel te komen. Wat we natuurlijk willen vermijden is willekeur, maar we weten ook dat elke casus uniek is. Het gaat om mensen en individuen, de ruimte bij de beoordeling is echt nodig.’
Door de elementen van spoor twee wordt de kans op een toekenning groter. Toch kan het nog voorkomen dat een aanvrager volledig buiten de eigen schuld om bepaalde (medische) bewijsstukken niet kan leveren en deze ook niet meer kunnen worden opgevraagd of verkregen. Ook voor deze uitzonderingsgevallen moet een toekenning mogelijk zijn. De staatssecretaris zal de Kamer hierover in 2025 informeren. Daarnaast start in het eerste kwartaal een pilot voor aanvragers met CSE en allergisch beroepsastma bij wie de noodzakelijke aanvullende diagnostiek niet wordt vergoed door de zorgverzekeraar. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om onderzoek naar werkgerelateerde allergenen die allergisch beroepsastma veroorzaken.
Het derde spoor bevat verbeteringen in de uitvoering en de onderlinge samenwerking tussen de uitvoeringsorganisaties. De kennisdeling tussen het ISBG en de medisch- en blootstellingsdeskundigen van Bureau Lexces moet ervoor zorgen dat de juiste informatie over de situatie op de werkplekken wordt opgevraagd. Alle communicatie naar de aanvragers gebeurt in begrijpelijke taal en in 2025 start een klankbordgroep met een vertegenwoordiging van patiëntenorganisaties, medisch- en blootstellingsdeskundigen en sociale partners. Doordat de aanpassingen binnen de drie verbetersporen een verhoogde kans bieden op een toekenning, zouden eerder afgewezen aanvragen alsnog toegekend kunnen worden. De staatssecretaris verwacht hierover in de eerste helft van 2025 een besluit te kunnen nemen.
‘Menselijke maat in het oog houden’
De voortgangsbrief van de staatssecretaris zal naar alle waarschijnlijkheid worden behandeld in het eerstvolgende commissiedebat Gezond en veilig werken van de Tweede Kamer. In een eerder stadium kunnen Kamerleden al vragen indienen. Het is dus nog even afwachten wat daarvan het resultaat zal zijn. ‘Het zijn in elk geval verbeteringen waar we als ketenpartijen achter kunnen staan en die we deels al hebben opgepakt, zoals een betere voorlichting richting de aanvragers via onze website’, vertelt hoofd uitvoering Simone Artz van het ISBG. Ze vindt de voorgenomen versimpeling van de medische bewijslast en de verruiming van het beoordelingspalet van de deskundigenpanels belangrijke punten in het verbeterplan. ‘Bij deze kwetsbare doelgroep is het van belang om de menselijke maat in het oog te houden en dossiers individueel te kunnen bekijken. Neem allergisch beroepsastma, een multi-causale ziekte. Daarbij is het in de praktijk lastig gebleken om het bewijs in de dossiers rond te krijgen. Valt een aanvraag vanwege onvoldoende beschikbare gegevens buiten de grenzen van het protocol, dan kan misschien toch een tegemoetkoming worden toegekend. Het is de algehele verwachting dat hierdoor het aantal toekenningen zal gaan toenemen.’
Hoewel het aantal aanvragen en tegemoetkomingen nog achter blijft bij de verwachtingen, is Artz positief over de technische uitvoering gedurende de afgelopen twee jaar. ‘Als je in ogenschouw neemt dat alles nieuw was, denk ik dat de aanvraagprocessen goed zijn verlopen. Er zijn geen dossiers tussen wal en schip geraakt, of bepaalde zaken vastgelopen. Daar zijn we tevreden over.’
‘Goed op weg’
Het ministerie streeft ernaar om vanaf juli 2025 te beginnen met de stapsgewijze uitbreiding van de TSB met meer stoffengerelateerde beroepsziekten. Volgens de staatssecretaris is het noodzakelijk om eerst voortgang te boeken met het realiseren van een stabiel fundament alvorens hier mee te beginnen. De ambtenaar van SZW is daar hoopvol over. ‘Op basis van de eerste voortgangsbrief hebben we al diverse stappen gezet waar we nu verder mee gaan. We willen aan de voorkant de aanvragers gerichter bereiken, de begrijpelijkheid van de communicatie verhogen en het huisbezoek verder versterken. Niet in de laatste plaats is er volop beweging in de wijze van beoordelen door de deskundigenpanels. We denken dat we op 1 juli de basis redelijk op orde hebben, we zijn daar in elk geval goed naar op weg.’
Dennis Derksen, januari 2025