IAS Monitor – Asbestslachtoffers in kaart
De meeste asbestslachtoffers met mesothelioom zijn in de bouwnijverheid, installatiebranche en industrie aan asbest blootgesteld. Timmerman en monteur zijn de meest voorkomende beroepen in de databank van het IAS. De groep bestaat voor 90% uit mannen en bijna driekwart is boven de 65 op het moment dat de ziekte zich manifesteert.
Uit de databanken van het IAS, de Nederlandse Kankerregistratie, de Sociale Verzekeringsbank en internationale bronnen zijn een groot aantal kerncijfers verzameld over kenmerken van asbestslachtoffers en de ontwikkeling van de ziekte mesothelioom in Nederland en wereldwijd. Deze zijn in figuren op de IAS-website verwerkt onder de naam IAS Monitor. Doel is inzicht in het verleden als les naar de toekomst. Op basis van het verleden in kunnen schatten waar momenteel de grootste asbestblootstellingsrisico’s liggen. Hierna een toelichting op enkele opvallende gegevens in de IAS Monitor.
Timmerman en monteur belangrijkste asbestrisicoberoepen
Timmerman (algemeen- en scheeps-) en monteur (algemeen, verwarming-, elektro-) komen als meest risicovolle beroepen uit de IAS-databank, gevolgd door: machinebankwerker, loodgieter, lasser, chef productieafdeling en isoleerder. Beroepen als mijnwerker, matroos en militair (dienstplicht) zijn vooral in de jaren 50 en 60 van belang. Later is een toename te zien van meewerkend leidinggevenden zoals een chef van een productieafdeling.
Meeste asbestblootstelling in de jaren 60
De IAS Monitor laat zien dat de meeste asbestblootstellingen in de jaren 60 (40,7%) hebben plaatsgevonden. Vooral in de bouwnijverheid, installatie (verwarming, sanitair, elektra) en in de industrie (scheepsbouw, metaal-,machine- en elektrotechniek). Door de jaren heen, (vanaf de jaren 50) vond een verschuiving plaats van de industrie naar de bouw. In de industrie werd asbest breed gebruikt, o.a. voor het isoleren van leidingen en machines en bijvoorbeeld als frictiemateriaal in remvoeringen, koppelingsplaten en trilbanden. Nog steeds bestaat het risico op asbestblootstelling tijdens onderhoud, reparatie en sloop van ketels, ovens, pompen, turbines en pijpen. In de bouw is vooral met asbestcement gewerkt. Veel bouwmaterialen met asbestcement (naar schatting zo’n 65%) zijn gebruikt als dakbedekking en wandmateriaal. De risico’s liggen momenteel vooral in de renovatie en sloop.
80% als werknemer aan asbest blootgesteld
80% van de aanvragers in het IAS-bestand is als werknemer aan asbest blootgesteld (de TAS-groep). Bij 20% ligt de oorzaak ergens anders (de TNS-groep). Meestal weet men dan niet meer hoe, wanneer en waar men met asbest in aanraking is geweest. Opvallend is het hogere aandeel jongeren en vrouwen in de groep niet-werknemers (TNS-regeling). Vrouwen melden zich bovendien op jongere leeftijd aan dan mannen. Verder is opvallend dat de overlevingsduur van niet-werknemers (TNS’ers) met mesothelioom langer is dan die van werknemers (TAS’ers). Een verklaring ligt mogelijk in de jongere leeftijd bij aanmelding van niet-werknemers. Jongere mesothelioompatiënten leven na diagnose namelijk gemiddeld langer dan oudere patiënten.
Buikvliesmesothelioom vooral bij isoleerders
Volgens de wetenschappelijke literatuur treedt buikvliesmesothelioom vooral op de voorgrond in beroepen met een hoge blootstelling aan asbest, bijvoorbeeld bij isoleerders. Dat komt ook naar voren uit de IAS-databank. 29% van de groep IAS-aanvragers met dit type mesothelioom meldt als isoleerder met asbest in aanraking te zijn geweest. Isoleerders hielden zich onder andere bezig met het verspuiten van asbest. Zowel het meest gevaarlijke amfibooltype bruine als blauwe asbest werden daarbij gebruikt.
Hierboven is een selectie van opvallende gegevens uit de dataverzameling genoemd. De complete informatie kunt u vinden op www.ias.nl onder IAS Monitor. Daar vindt u ook cijfers over de algemene ontwikkeling in de ziekte mesothelioom, zowel in Nederland als internationaal vergeleken, en in relatie tot het asbestgebruik in het verleden. Het onderwerp is nog steeds van groot belang omdat Nederland nog steeds vol asbest zit en het aantal slachtoffers, momenteel ca. 500 per jaar nog niet afneemt.
Simone Aarendonk, beleidsmedewerker IAS
Maart 2012