Drempel voor asbestslachtoffers weggenomen
Het Instituut Asbestslachtoffers (IAS) is in 2000 opgericht om de juridische lijdensweg voor asbestslachtoffers te verkorten. Daarin is het IAS in veel opzichten in geslaagd. Maar op die inmiddels veel kortere juridische lijdensweg bevond zich nog steeds een hoge verkeersdrempel: de drempel van de verjaring. Partijen verenigd in het IAS hebben in juni een besluit genomen dat die drempel kan beslechten. Er wordt een panel opgericht dat buiten de rechter om een oordeel velt over de verjaring.
Inherent aan asbestziekten is dat men ziek wordt op een moment dat de blootstelling aan asbest alweer tientallen jaren geleden plaatsvond. Een gevolg daarvan is dat de schade als gevolg van de ziekte kan zijn verjaard. Asbestziekten verjaren na dertig jaar, te rekenen na het laatste contact met asbest. Naar schatting in de helft van de gevallen wordt een asbestslachtoffer ziek op een moment dat de schade al is verjaard.
Vanuit het beginsel dat iedere burger het recht heeft om in geval van schade de verantwoordelijke partij daarvoor aansprakelijk te stellen, is dat ongewenst. Want op het moment dat een slachtoffer nog niet ziek is kan deze een partij niet aansprakelijk stellen omdat er nog geen schade is. En op het moment dat hij of zij wel ziek is geworden kan de aansprakelijke partij zich beroepen op verjaring.
Het beroep op verjaring bij asbestzaken is echter niet absoluut. De Hoge Raad heeft bepaald dat de rechter aan de hand van zeven gezichtspunten kan vaststellen of in een betreffende zaak het beroep op verjaring stand houdt. Dan moet het asbestslachtoffer dus een juridische procedure beginnen. Uit jurisprudentie blijkt dat individuele rechters dezelfde gezichtspunten nog wel eens anders interpreteren. Vervolgens dient het asbestslachtoffer hoger beroep aan te tekenen om bij het Hof duidelijkheid te verkrijgen. Al met al vormt de verjaring dus een enorme drempel in het streven naar een korte juridische lijdensweg voor asbestslachtoffers.
Het is verheugend dat de betrokken partijen die deel uitmaken van het IAS nu consensus hebben bereikt over een oplossing. Er wordt een panel opgericht van deskundigen op het gebied van verjaring. Dit panel geeft een oordeel over de verjaring in het licht van de feiten van de betreffende casus. Het panel wordt ingeschakeld als onderdeel van de bemiddeling van het IAS. Een voorwaarde om het panel in te schakelen is dat de verjaring het enige overgebleven geschilpunt is. Het panel zal alleen oordelen over zaken die betrekking hebben op maligne mesothelioom.
Het grote voordeel van dit panel is dat het veel eenvoudiger wordt om een oordeel te krijgen over de verjaring in een specifieke zaak. Bovendien mag verondersteld worden dat het panel op meer eenduidige wijze betekenis zal toekennen aan de verschillende gezichtspunten. Dat maakt een beoordeling of in een juridische procedure de verjaring zal standhouden veel voorspelbaarder.
Is met de komst van dit deskundigenpanel die drempel op de juridische lijdensweg van asbestslachtoffers dan definitief de wereld uit? Dat valt te bezien. Onzeker is of partijen bereid zijn om de betreffende casus voor te leggen aan het panel. En het wordt spannend hoe het oordeel van het panel zal luiden in afzonderlijke zaken. Maar ongetwijfeld zullen toekomstige asbestslachtoffers teleurgesteld zijn als het panel oordeelt dat in hun zaak de verjaring niet doorbroken wordt. Maar dan komt deze kennis wel op een veel eerder tijdstip en zonder dat het slachtoffer een kostbare juridische procedure moet starten. Vanuit het oogpunt van verkorting van de juridische lijdensweg is dat pure winst.
Jan Warning, juli 2018
Directeur IAS