De zorgplicht van de werkgever ter voorkoming van schade bij de werknemer

De wetgever probeert de werknemer op verschillende manieren te beschermen omdat deze vaak een mindere positie heeft dan de werkgever. Deze bescherming bestaat onder andere uit de regels omtrent aansprakelijkheid bij beroepsziekten. De werkgever moet een veilige werkomgeving creëren en heeft dus een zorgplicht. Zo moet hij dus maatregelen nemen om te voorkomen dat de werknemer een beroepsziekte oploopt tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden.

Bewijslast zorgplicht bij beroepsziekten
Als de werknemer kan bewijzen dat hij is blootgesteld aan risico’s voor zijn gezondheid  en zijn ziekte daardoor kan zijn veroorzaakt, dan zal de werkgever moeten bewijzen dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan. Als hij dat niet kan aantonen, is hij aansprakelijk voor door de werknemer opgelopen schade, tenzij deze opzettelijk of bewust roekeloos heeft gehandeld. Dit is een omkering van de bewijslast ter bescherming van de werknemer. In plaats van dat de werknemer moet bewijzen dat de werkgever nalatig is geweest, dient de werkgever aan te tonen dat hij alles heeft gedaan om de ziekte te voorkomen.

Welke maatregelen concreet van de werkgever verlangd kunnen worden om aan de zorgplicht te voldoen, hangt af van de omstandigheden zoals: de aard van de werkzaamheden, de kenbaarheid van het gevaar, de kans op het zich voordoen van het gevaar, de ernst van de gevolgen en de te nemen veiligheidsmaatregelen. De werkgever dient ook rekening te houden met de ervaring dat door werknemers nog al eens nonchalant wordt omgegaan met bekende gevaren die verbonden zijn aan het werk en dat werknemers het ook niet in alle gevallen zo nauw nemen met het naleven van bekende veiligheidsinstructies.

Of de werkgever aan zijn zorgplicht heeft voldaan, dient beoordeeld te worden aan de hand van de in de betrokken periode geldende concrete voorschriften uit de wet- en regelgeving en de kenbaarheid van de aard en omvang van risico’s. De centrale vraag is op welk moment van de werkgever mocht worden verwacht dat hij maatregelen zou treffen gericht op het voorkomen van asbestziekten. Dit hangt onder meer af van de kennis in de medische wetenschap destijds, hoe asbest mesothelioom, asbestose of longkanker kan veroorzaken.

Wanneer de werkgever tekort is geschoten in het treffen van maatregelen voor bekende gevaren kan dat ook aansprakelijkheid met zich meebrengen voor op dat moment nog onbekende gevaren. Dit bepaalde de Hoge Raad in een zaak waarbij op enig moment wel bekend was dat werken met asbest gevaren met zich meebracht, maar het gevaar van mesothelioom nog niet bekend was. Er zijn  mesothelioomslachtoffers die zijn blootgesteld voordat het specifieke gevaar van mesothelioom bekend mocht worden geacht. Zij zullen moeten bewijzen dat de duur en intensiteit zodanig waren, dat de aangesproken werkgever hen hier naar maatstaven van de wel bekende gevaren van asbest redelijkerwijs niet aan had mogen blootstellen zonder afdoende bescherming.

Tot slot
De arbeidsrechtelijke omkeringsregel maakt het de moeite waard onderzoek te doen naar de zorgplichtschending door de werkgever, in het bijzonder naar overtreding van (wettelijke) veiligheidsnormen die tot doel hebben de geconstateerde gezondheidsschade te voorkomen. Aan het eind van de 19e eeuw ontstond het besef dat het inademen van asbestvezels gezondheidsschade kon veroorzaken. Tussen de periode waarin in de wetenschappelijke literatuur bekend werd dat asbest schadelijk was, en de periode waarin de regelgeving ter bescherming van de werknemer tegen asbest tot stand kwam, zit echter een gat in tijd van enkele tientallen jaren. Ook vóór de totstandkoming van regelgeving moesten werkgevers maatregelen nemen ter bescherming tegen asbest. Vanaf welk moment dit precies was, hangt af van de omstandigheden van het geval. Dat andere bedrijven geen maatregelen namen of dat de overheid geen maatregelen voorschreef, deed niet af aan deze verplichting. Gelet op de ruime strekking van de zorgplicht kan met betrekking tot asbestziekten niet snel worden aangenomen dat de werkgever daaraan heeft voldaan en bijgevolg niet aansprakelijk is voor door de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden geleden schade.

Job Voss, juridisch beleidsmedewerker IAS
j.voss@ias.nl

December 2021