Databank voor asbest-vragen

Veel kennis over asbestgebruik wordt verkregen door de uitgebreide interviews met asbestslachtoffers. Dat wordt gebundeld in de IAS Monitor. Deze maand is de IAS Monitor geheel bijgewerkt.

De makelaar en de grondwerker spreken er dagelijks over. Het is een terugkerend onderwerp in de praktijk van de longarts en de letselschadeadvocaat. En het gaat niet alleen om gesprekken. Ook in de literatuur is er waarschijnlijk geen stof waarover meer is geschreven dan asbest. Bij het verzamelen van deze kennis is er een bijzondere bron: het slachtoffer met een asbestgerelateerde ziekte.

Jaarlijks melden zich ruim vijfhonderd asbestslachtoffers bij het Instituut Asbestslachtoffers (IAS). Al deze slachtoffers worden uitgebreid geïnterviewd. Dat is nodig in de procedure voor een tegemoetkoming van de overheid en een eventuele schadevergoeding van de ex-werkgever. In dat interview wordt de hele loopbaan van het slachtoffer onder de loep genomen. Ook wordt gevraagd of men privé aan asbest is blootgesteld . Het IAS beschikt verder over de gegevens van de slachtoffers, zoals leeftijd, woonplaats en de diagnose.

Het is natuurlijk bijzonder triest dat deze mensen zich bij het IAS melden, want ze hebben een hele ernstige ziekte. Een bijkomend effect van dat al deze gegevens verzameld worden is dat we veel meer weten over asbest. Deze gegevens zijn gebundeld in de IAS Monitor. In deze monitor worden alle gegevens betreffende asbest en asbestziekten gebundeld. Deze maand zijn de gegevens weer geactualiseerd.

In de IAS Monitor valt te lezen dat de gemiddelde leeftijd van asbestslachtoffers verder stijgt. Met name het aandeel van 65 tot 84-jarigen onder de asbestslachtoffers is toegenomen. Overigens zijn er jaarlijks nog ongeveer honderd asbestslachtoffers die nog geen 65 zijn op het moment dat de diagnosewordt gesteld.

Opmerkelijk is ook dat het voorkomen van asbestziekten per regio sterk verschilt. In Friesland was de incidentie van mesothelioom (het aantal gevallen per miljoen inwoners) 32. In Zuid-Holland was dat 62. De kans dat een inwoner van Zuid-Holland de ziekte krijgt is dus bijna twee keer zo groot als in Friesland.

De IAS Monitor toont heel duidelijk de samenhang van het voorkomen van asbestziekten met de ontwikkeling van de industriële geschiedenis. In de jaren vijftig van de vorige eeuw werd veel asbest gebruikt in de mijnbouw. Over die periode verklaren asbestslachtoffers dat ze tijdens 255 dienstverbanden bij de winning van delfstoffen aan asbest te zijn blootgesteld. In de latere jaren neemt het belang van de winning van delfstoffen af. Tijdens de jaren tachtig waren er slechts 49 dienstverbanden in de mijnbouw waarover men verklaart aan asbest te zijn blootgesteld.

Niet onbelangrijk is verder de vergelijking met het buitenland in de IAS Monitor. Ondanks de algemene bekendheid met de schadelijke gevolgen wordt asbest nog steeds wereldwijd verhandeld. Jaarlijks wordt ongeveer 1,2 miljoen ton geproduceerd en verwerkt. Dit geldt met name voor Rusland, India, China en Brazilië.

Op kleine schaal is de vergelijking tussen België en Nederland interessant. België heeft in het verleden veel meer asbest gebruikt dan Nederland. Toch zijn er in Nederland jaarlijks bijna twee keer zo veel asbestslachtoffers. Een wetenschappelijk getoetste verklaring is niet voorhanden. Mogelijk heeft het te maken met het feit dat het Nederlands asbest veelal uit Zuid-Afrika afkomstig was en meer (het gevaarlijkere) amfibool bevatte. Of ligt het aan het feit dat in België beter met persoonlijke beschermingsmiddelen is gewerkt?

Al met al roept de IAS Monitor dus ook nieuwe vragen op. Voor de lezer geeft het verder de gelegenheid het eigen beroep en de eigen regio nader te beschouwen. Als iets duidelijk wordt uit het lezen van de monitor is het wel de relatie tussen het handelen van de mens en het ontstaan van asbestziekten. Je zou willen dat de IAS-monitor ook beschikbaar zou komen voor landen als Rusland, India, China en Brazilië.

Jan Warning
Directeur Instituut Asbestslachtoffers
j.warning@ias.nl

Oktober 2018