Asbestziekten, een Internationaal probleem

Gast-editorial door Nico van Zandwijk, tot 31 maart longarts in het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis en vanaf 1 april als hoogleraar en directeur van het nieuw op te zetten onderzoeksinstituut ADRI verbonden aan de universiteit van Sydney, Australië.

(Gast)editorial door Nico van Zandwijk. Tot maart was hij als longarts werkzaam voor het Nederlands Kanker Instituut en het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis te Amsterdam. Inmiddels is hij sinds een paar weken werkzaam aan de Universiteit van Sydney als hoogleraar en als directeur van het onderzoeksinstituut ADRI, een instituut dat zich onder andere zal richten op asbestgerelateerde kwaadaardige longaandoeningen.

Australie, is wereldwijd gezien een land met een zeer hoge incidentie van asbest gerelateerde ziekten en New South Wales spant de kroon met het hoogste aantal personen, die ziek zijn door blootstelling aan asbest.

Het uitgebreide gebruik van asbest bij industriële processen, in de bouw en bij raffinage in de laatste eeuw heeft met name in New South Wales een indrukwekkende erfenis opgeleverd van moeilijk te bestrijden ziekten waaronder het maligne mesothelioom. Het is bekend dat asbest zeer moeizaam uit het milieu te verwijderen is. Daar waar sloopwerkzaamheden plaatsvinden wordt vaak een verhoogde asbestconcentratie in de lucht gemeten en daarom zal het aantal gerapporteerde mesothelioom patienten in de komende jaren waarschijnlijk nog niet belangrijk gaan dalen.

De regering van New South Wales, bij monde van haar president de Hon. Morris Iemma kondigde in 2006 aan dat er meer aandacht moest komen voor preventie en de behandeling van asbestgerelateerde ziekten. Dit heeft zich vertaald in een subsidie, die het mogelijk heeft gemaakt een modern research instituut op te zetten onder auspiciën van de Universiteit van Sydney en in nauwe samenwerking met het nabij gelegen Universitaire Concord Hospital. Dit Research Instituut, dat gericht zal zijn op translationeel onderzoek zal aan het eind van dit jaar operationeel zijn en ondergetekende is sinds een paar weken actief als “Inaugural Director” van dit nieuwe onderzoekscentrum.

Het instituut kreeg in november vorig jaar een extra naam: het Bernie Banton Centre. Dat was twee dagen na het tragisch overlijden van de voorman van de werknemers, blootgesteld aan asbest, Bernie Banton. Bernie, die overleed ten gevolge van een mesothelioom en al eerder was getroffen door asbestose, kaartte het asbestprobleem op nationale schaal aan en het was niet onverwacht dat hij een staatsbegrafenis kreeg. Ik had het voorrecht hem in het kader van de voorbereiding van het Instituut een aantal malen te mogen ontmoeten.

Het is inderdaad een uitdaging om juist in New South Wales, waar men zo vastberaden is het enorme asbestprobleem structureel aan te pakken, mee te mogen helpen een weg te zoeken naar een betere toekomst . Een van de hulpmiddelen hierbij is het belangrijke werk dat al jaren verricht wordt door de Dust Diseases Board (DDB). Deze overheidsinstelling houdt zich sinds 1927 bezig met registratie en compensatie van weknemers, ziek geworden door blootstelling aan bijvoorbeeld asbest. De DDB laat in dit kader een mobiel laboratorium de zogenaamde Lung Bus rondrijden, waarbij werknemers die mogelijk zijn blootgesteld worden gescreend. Dit initiatief levert belangrijke gegevens en kan gezien worden als een verlengstuk van het nieuwe instituut.

Het is verheugend om te merken hoe vanuit Australie internationale samenwerking wordt toegejuicht. De speciale relatie tussen Australie en Nederland maakt samenwerking nog iets gemakkelijker en ik verwacht dat het, ook waar het een moeilijk onderwerp als asbestziekten betreft, tot een levendige Australisch-Nederlandse samenwerking zal komen.

Nico van Zandwijk , Directeur ADRI & Hoogleraar Universiteit Sydney.
30 maart 2008