Asbestrisicoberoepen in ontwikkeling

Via de IAS Monitor is voor het eerst in Nederland van een omvangrijke groep asbestslachtoffers met mesothelioom in kaart gebracht in welke beroepen de asbestblootstelling heeft plaatsgevonden. In hoeverre sluit deze informatie aan bij eerder gepubliceerd onderzoek dat niet gebaseerd was op grote aantallen slachtoffers? Komen er onverwachte beroepen of sectoren in het IAS-bestand voor? Of zijn de risico’s in bepaalde sectoren of beroepen juist overschat? Daarvoor is nader onderzoek nodig. Dit artikel analyseert in hoeverre de beroepen in de IAS-databank overeenkomen met eerder onderzoek in Nederland en met buitenlandse gegevens.



 Asbestrisicoberoepen in de IAS Monitor vergeleken met onderzoek Burdorf e.a. (2003)
De IAS Monitor (1) is gebaseerd op gegevens over 7376 dienstverbanden van 2765 aanvragers die zich van 2005 t/m 2010 bij het IAS hebben aangemeld. Per dienstverband zijn o.a. beroep, sector en de eigen verklaring vastgelegd. Gekeken is of in een dienstverband ‘zeker’ of ‘misschien’ asbestblootstelling heeft plaatsgevonden. Epidemiologen Dahhan, Burdorf en Swuste (2) analyseerden dossiers van 512 mesothelioompatiënten die tussen 1990 en 2000 door twee advocatenkantoren zijn geregistreerd. De tabel hierboven laat een vergelijking van beide onderzoeken zien van de belangrijkste asbestrisicoberoepen in de sectoren scheepsbouw en bouwnijverheid. Te zien is dat de belangrijkste beroepen in de scheepsbouw in beide onderzoeken vrijwel overeenkomen. Bij vergelijking van de bouwnijverheid komt alleen het beroep timmerman in beide bestanden voor en in beide met verreweg het grootste aandeel. De verschillen in deze sector zijn mogelijk verklaarbaar omdat in het onderzoek van Burdorf e.e. de installatiebranche bij de bouwnijverheid is meegenomen. In de IAS Monitor is dit een aparte branche.

IAS Monitor vergeleken met buitenlandse onderzoeken
Volgens de IAS Monitor zijn sinds 1950 het beroep timmerman (algemeen- en scheeps-) en monteur (algemeen, verwarming-, elektro-) verreweg de meest risicovolle beroepen, gevolgd door: machinebankwerker, loodgieter, lasser, chef productieafdeling en isoleerder. Beroepen als mijnwerker, matroos en militair (dienstplichtig) zijn vooral in de jaren vijftig en zestig van belang. Later is een toename te zien van meewerkend leidinggevenden zoals een chef van een productieafdeling. Sinds 2005 publiceert het IAS op haar website onder ‘Nieuws’ resultaten van internationaal onderzoek naar asbest en gezondheid (3). De resultaten van onderzoek naar asbestrisicoberoepen in andere landen vertonen veel overeenkomsten met de IAS Monitor. Belgische slachtoffers komen met name uit de sector die ruwe asbest verwerkte, maar zijn ook loodgieters, metaalarbeiders, lassers of mensen die in de omgeving van een asbestfabriek woonden. De beroepen met de hoogste risico`s in Groot Britannië voor mannen zijn: timmerman, loodgieter, verwarmingsmonteur en elektricien. Beroepen in Frankrijk met een extra hoog risico op mesothelioom zijn loodgieter, plaatwerker, lasser, metaalwerker en meubelmaker. Timmerlieden, loodgieters en elektriciens zijn in Nieuw Zeeland de groepen met het hoogste risico op een asbestziekte. De belangrijkste beroepen in Zuid Korea zijn: bouwvakker, asbesttextielindustriearbeider, lasser op een scheepswerf, militair en productie-arbeiders. De groep die tussen 1992 en 2004 in het Canadese British Columbia een beroep deed op een uitkering bestond voor 21% uit metaalwerkers en mechaniciens en verder vooral uit elektriciens, loodgieters, pijpfitters, timmermannen, schilders en isoleerders. Helaas zullen ook in de opkomende landen als China en India binnenkort vergelijkbare lijstjes kunnen worden opgesteld.

Simone Aarendonk, 
Beleidsmedewerker IAS
Juni 2012  

Bronnen:
(1) IAS Monitor: zie www.ias.nl onder Nieuws.
(2) Dahhan, M., Burdorf, A, Swuste, P. (2003). Beroepsachtergrond van patiënten met asbestgerelateerde ziekten in Nederland. Tijdschrift voor toegepaste Arbowetenschap nr 3, p. 59-64.
(3) Zie www.ias.nl onder Nieuwsarchief Epidemiologisch.