Alimta
Editorial over de problemen rond de verstrekking van het dure geneesmiddel Alimta door: mevrouw Marie-Louise Tiesinga-Autsema: bestuursvoorzitter IAS. Tevens oproep aan betrokkenen, met name mesothelioompatiënten, om het IAS te informeren over de ervaringen met de verstrekking van Alimta tot dusverre en in de komende maanden.
Er was alle aanleiding tot die oproep. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond, dat zowel de overleving als de kwaliteit van leven verbeteren na een chemotherapeutische behandeling van Alimta (ook wel pemetrexed genoemd) in combinatie met het middel Cisplatine. Helaas was Alimta niet meer zonder meer voor te schrijven sinds de registratie in Europa in september en de commerciële verkrijgbaarheid in december 2004, waarmee een einde was gekomen aan de gratis ter beschikkingstelling door de farmaceutische industrie. Een gemiddelde behandeling van vier kuren kost € 16 tot 20.000.00 per patiënt. Zorgverzekeraars vergoeden dit medicijn niet, omdat het nog te nieuw en te duur is. Sommige ziekenhuizen weigeren het uit eigen budget te betalen.
Verschillende partijen hebben veel moeite gedaan om een oplossing te vinden. Het IAS is ook van diverse kanten benaderd vanuit de gedachte, zoals de longarts Paul Baas van de Mesotheliomen Werkgroep van de Longartsenvereniging (NVALT) het in zijn brief aan het IAS van 10 februari j.l omschrijft: “….. de betreffende patiëntengroep bijzonder is daar ook de overheid een verantwoordelijkheid heeft voor een compensatie aan deze patiënten. Niet alleen smartengeld maar ook materiële schade dient vergoed te worden en dit is een van de redenen waarom het IAS in het leven is geroepen. De vergoeding van de materiële schade betreft echter ook het recht op een optimale zorg”.
Bestuur en directie van het IAS hebben vanuit die gedachte met belanghebbenden en betrokken partijen de afgelopen maanden overleg over deze kwestie gevoerd. Voor ons stond voorop dat de eerst verantwoordelijke in deze het ministerie van VWS was die tezamen met zorgverzekeraars en ziekenhuizen voor een oplossing moest zorgen. Maar er moest intussen wel iets worden gedaan voor mesothelioompatiënten die vergoeding van de behandeling met Alimta zou worden geweigerd, Het IAS heeft dan ook contact opgenomen met het Verbond van Verzekeraars en hen gevraagd of zij, hangende een definitieve oplossing door VWS, bereid waren in individuele gevallen een behandeling van met Alimta te vergoeden. Bij schrijven van 17 mei j.l. heeft het Verbond van Verzekeraars ons medegedeeld, dat de aansprakelijkheidsverzekeraars het standpunt hebben ingenomen dat “… voor zover (de kosten van Alimta) niet vallen onder de reguliere zorg, of binnen het budget van een zorginstelling blijven, of anderszins worden vergoed, zij (na een individuele beoordeling) onderdeel kunnen vormen van de claim voor aansprakelijkheid”. Dat is een goede stap vooruit, maar biedt geen soelaas voor àlle betrokken mesothelioomslachtoffers. Een voorstel uit de Tweede Kamer om voor deze groep de TAS-regeling aan te wenden werd door het kabinet verworpen.
Inmiddels heeft minister Hoogervorst van VWS aan de Tweede Kamer laten weten dat patiënten, nooit om niet-medische redenen een geneesmiddel geweigerd mag worden.
Indien het behandeladvies van het NVALT dat voorschrijft mag een ziekenhuis het medicijn Alimta niet weigeren. De beslissing ligt dus in feite bij de behandelend specialist en niet bij de directie financiën. Zo hoort dat ook te zijn. De financiële problemen met betrekking tot de verstrekking van Alimta en andere dure geneesmiddelen zullen volgens minister Hoogervorst per 1 januari 2006 definitief voorbij zijn.
Het IAS blijft deze kwestie nauwlettend volgen!
Marie-Louise Tiesinga-Autsema
Voorzitter Instituut Asbestslachtoffers
OPROEP
Ook in de komende maanden mag Alimta de patiënten om niet- medische redenen niet worden ontzegd. Het IAS roept alle bij dit probleem betrokkenen, met name mesothelioompatiënten, op om ons te informeren over de ervaringen met de verstrekking van Alimta tot dusverre en die in de komende maanden .
Aldus kan worden bijgedragen aan inzicht in de juiste omvang van de problematiek en kan worden vastgesteld of dit probleem nu echt uit de wereld is.
Voor achtergrond informatie zie bijgaande pdf-documenten: Tweede Kamer 2005 kamervragen 1527,1605, 1826, brief 24 124 van minister Hoogervorst.